Een man werd in coma in een weiland gevonden, buiten kennis als gevolg van een hartstilstand. Tijdens zijn comateuze periode had hij een Bijna-dood-ervaring (BDE), waarin hij 'zag' wat er zoal met zijn lichaam gebeurde. Hij werd naar een ziekenhuis gebracht (in dit geval het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem waar dr. van Lommel, die eerder publiceerde over BDE's, aan verbonden was) en kwam na een uren durend gevecht van het personeel van de hartafdeling om zijn leven te redden weer bij kennis. Toen enkele dagen later een ziekenbroeder de kamer binnenkwam waar hij lag herkende hij die spontaan en onmiddellijk als degene die tijdens de periode dat hij in coma lag zijn kunstgebit uit zijn mond had genomen en in een lade van de 'crash car' had gestopt.
Bij dit geval is vooral de combinatie van een langdurige hartstilstand, die snel tot hersendood zal leiden, en gelijktijdige geestelijke activiteit interessant. Die is volgens de gangbare opvattingen over de functie van onze hersens immers absoluut onmogelijk. Dit voorbeeld toont ook aan dat de patient de waarnemingen deed tijdens de periode waarin hij hersendood moet zijn geweest.