SAMENVATTINGEN
1. HET PROBLEEM
Wat is een mens? Louter vlees en bloed? Of is er meer?
Wat is een mens? Descartes kwam tot de enige conclusie die je met zekerheid kunt trekken: "Ik denk, dus ik ben." Maar de vraag blijft: "Wat is ik?" Dat heeft met je hersens te maken. Wat kunnen hersenonderzoekers ons daarover vertellen?
2. WAT DE WETENSCHAP ZEGT.
De menselijke geest is een illusie...
Alles wat je doet wordt begeleid door electrische activiteit in je hersens. Volgens veel onderzoekers is het voortdurend wisselende patroon van electrische spanningen en stroompjes je zelfbewuste 'ik' en is er niet zoiets als een zelfstandige menselijke geest. 'Ik' is een illusie.
3. DE ARGUMENTEN
We vinden niets... dus er is niets!
De gangbare wetenschappelijke opvatting, het neopositivistisch paradigma, gaat er van uit dat alleen meetbare dingen bestaan. En omdat we de menselijke geest niet kunnen meten is die volgens die opvatting een product van onze verbeelding. Dat is filosofie, maar als iets buiten onze waarneembare werkelijkheid de stroompjes in onze hersens stuurt dan moet dat iets meetbare energie gebruiken. Daar hebben we geen spoor van kunnen vinden. Over een filosofische benadering kun je je schouders ophalen, maar hier gaat het om dingen die we zouden moeten kunnen meten - en niet vinden.
4. DE BEZWAREN
Tja, edelachtbare, ik kon er toch niets aan doen?
Als onze geest niet meer is dan electrische activiteit in onze hersens dan kan die geest, omdat electriciteit voldoet aan exacte natuurwetten, niet meer zijn dan een ingewikkelde automaat, gestuurd door de indrukken van onze zintuigen. Je kunt dan niet meer verantwoordelijk worden gehouden voor je daden. Toch sturen we onze gedachten wel degelijk als we een probleem moeten oplossen. De conclusie dat de menselijke geest geen zelfstandige entiteit kan zijn omdat hij zich onttrekt aan onze metingen is ongeoorloofd.
5. DE ANDERE KANT
Vrije geesten!
Mensen in een levensbedreigende situatie kunnen meemaken dat ze opeens van buiten af naar hun eigen lichaam kijken. Tijdens deze zgn. bijna-dood-ervaring (BDE) zijn ze in staat zich zonder hinder van muren of deuren door de ruimte te verplaatsen. In deze toestand "zien" en "horen" ze dingen die achteraf geheel juist blijken te zijn. Wereldwijd hebben naar schatting zo'n 24 millioen mensen dit meegemaakt. Het menselijk zelfbewustzijn lijkt dus toch zelfstandig te kunnen bestaan.
6. WAT IS DAT NOU, ZO'N BDE?
Het onverklaarbare verklaren
BDE's zijn van alle tijden. Geen van de tot nu toe gedane pogingen tot verklaring doet recht aan alle feiten. Op grond van de controleerbaar juiste waarnemingen van BDE'ers moeten we accepteren dat mensen intense ervaringen kunnen hebben gedurende een periode dat hun hersens niet functioneren en ze in die toestand nog steeds hetzelfde ik-gevoel hebben als onder meer gebruikelijke omstandigheden. Ons (zelf)bewustzijn kan dus wél zelfstandig bestaan, in tegenspraak met de neopositivistische ideeën. Er was echter naast een filosofische ook een natuurkundig bezwaar, het behoud van energie. Daar moet wel aan worden voldaan.
7. OVER DIMENSIES
Er zou wel eens meer kunnen zijn dan we zien... ook volgens de natuurkunde
De ontwikkelingen in de natuurkunde van de laatste honderd jaar hebben geleid tot het besef dat onze wereld onderdeel van een hoger dimensionaal geheel zou kunnen zijn. Met hogere dimensies zijn dingen mogelijk die binnen onze driedimensionale wereld absoluut niet kunnen en die sterk doen denken aan de eerste fasen van een BDE. Door vergelijken van onze driedimensionale wereld met een tweedimensionale wordt o.m. duidelijk dat voor een hoger dimensionaal wezen muren en wanden geen betekenis hebben - zoals een BDE-er direct na zijn uittreding ervaart. Dit en andere argumenten wijzen er op dat ons ik een band heeft met hogere dimensies. Als we dat aannemen kan ook het probleem van de energieuitwisseling worden opgelost zonder de ons bekende natuurkunde geweld aan te doen.
8. OVER GLOEILAMPEN EN SNAARTJES
De fysica van de kleinste deeltjes
In de loop van de vorige eeuw heeft de natuurkunde, vooral door de ontwikkeling van de quantumfysica en de relativiteitstheorie, een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Een belangrijke kanshebber voor een beschrijving van onze wereld die voldoet aan de huidige fysische inzichten is de supersnaartheorie die zegt dat er meer ruimtelijke dimensies zijn dan de ons bekende drie.
9. HET ZELFSTANDIGE IK
Uw onverwachte kant!
Wie een BDE meemaakt heeft in die periode geen relatie met zijn lichaam, zijn denken functioneert beter dan ooit en hij/zij neemt correct dingen waar terwijl zijn/haar hersens niet functioneren. Volgens het vorige hoofdstuk heeft de veronderstelling dat er meer en andere dimensies zijn een gezonde wetenschappelijke basis. We kunnen enig begrip krijgen voor de BDE ervaringen als we aannemen dat een mens een combinatie is van een materiëel lichaam en een 'ander-dimensionaal lichaam', waarbij de hersens de koppeling tussen lichaam en 'zelf' onderhouden en de biologische functies regelen.
10. DE GEVOLGEN
Een ander leven
Als mensen meer zijn dan een lichaam hoeft de dood niet het einde van je persoon te betekenen. De stelling dat je zelfbewustzijn zou verdwijnen met de dood houdt geen rekening met ons onvermogen om aan andere dingen dan energie en materie metingen te doen en is daarom ongeldig. Op natuurwetenschappelijke gronden is het aanvaardbaar dat er "meer is dan het oog kan zien". Als je persoonlijkheid blijft bestaan na je dood is het van belang te weten wat er dan gebeurt. BDE-ers die de diepere fasen van deze ervaring meemaakten werden geconfronteerd met een oordeel over hun leven. Dat correspondeert met gangbare religieuze opvattingen.
11. TENSLOTTE
Een mens is meer dan het wezen van vlees en bloed dat we voor de spiegel tegenkomen. Zorgvuldig nagaan van alle aspecten van de bijna-dood-ervaring dwingt ons tot de conclusie dat er 'iets' is dat tijdens je leven bij je lichaam hoort, maar dat ook zonder dat lichaam kan bestaan. De gedachte dat een mens iets heeft dat we doorgaans ziel of geest noemen blijkt geen vaag idee, maar een concrete werkelijkheid te zijn. Dat is niet in strijd met onze kennis van de 'gewone' wereld, maar sluit er bij aan. Ik heb met u de vraag nagegaan hoe we dat meerdere in onze fysische kennis kunnen inpassen. Dat model is niet meer dan een voorstelling van zaken die recht doet aan alle op dit moment bekende feiten, in tegenstelling tot veel van wat er tot nu toe - vaak met het ten onrechte gebruikte predikaat 'wetenschappelijk' - is geponeerd over dit onderwerp. Ik beweer zeker niet dat dit model het enig mogelijke is - maar tot nu toe heb ik ook geen reden gehad om me er van te distantiëren. Het bestaan van een hiernamaals is een centrale gedachte in vrijwel alle religies en die gedachte en het idee dat zich daar persoonachtige entiteiten, 'goden', manifesteren, zou wel eens gebaseerd op oude ervaringen - en geen product van de menselijke fantasie kunnen zijn. Ook al is die kennis in de loop van de eeuwen bijna ondergesneeuwd in alles wat er in die religies om heen is ontstaan.APPENDIX A1. RELIGIE
Een aanleiding tot godsdienst
BDE's zijn een verschijnsel van alle tijden; ook zeer verre voorouders zullen dit meegemaakt hebben. BDE's zouden daarom te maken kunnen hebben met de oorsprong van religie. BDE-ers ontmoeten tijdens de diepe fasen van hun ervaring voorouders die dus nog blijken voort te leven. De oudste religies kennen alle voorouderverering, een gebruik dat tot de huidige dag voortleeft bij o.m. hindoes. Religieuze gebruiken zijn in de loop van de tijd steeds gecompliceerder geworden, een zichzelf versterkend proces dat uiteindelijk weinig meer met de oorspronkelijke authentieke ervaring gemeen hoeft te hebben en alle ruimte biedt voor het ontstaan van de meest willekeurige praktijken.
A2. RELIGIES VAN HET VERRE OOSTEN
In dit hoofdstuk worden de opvattingen over een hiernamaals van Hindoeïsme en Boeddhisme kort besproken.
A3. ABRAHAMS NAZATEN
In dit hoofdstuk worden de opvattingen over een hiernamaals van Judaïsme, Christendom en Islam kort besproken.
A4. EEN GEMEENSCHAPPELIJKE OORSPRONG
Echo's uit het verleden
De vijf besproken religies hebben in belangrijke mate gemeenschappelijke wortels die teruggaan op Indo-Europese stammen. De gedachten over God of het goddelijke liggen soms dichter bij elkaar dan we denken.